top of page

Botan

Een wijlen sanke van een ongekende gratie danst nog regelmatig rond in mijn hoofd. Ze heette Botan, de Japanse vertaling van pioenroos. Deze naam mocht ze, ondanks een lichte vergroeiing in haar lichaam, met recht dragen. Botan stond namelijk net in bloei toen ze op vierjarige leeftijd het hiernamaals betrad. Haar belofte was groot, de desillusie zo mogelijk nog groter. Met grote regelmaat bezocht ik Botan. Het waren memorabele ontmoetingen tussen mens en dier. Herinneringen die de beleving van onze hobby zo ontzettend mooi maken. Want iedereen heeft toch een eigen Botan?


Een ode aan mijn lief;

Mijn lief wat straal je, mijn lief wat schitter je in al je pracht.

Twinkelende rode ogen boven langzaam rijpende appelwangetjes kijken me plagend aan.

Als een excentriek ballerina uit het zwanenmeer paradeer je langzaam wiegend aan me voorbij.

Dan besef ik weer; als jij zon bent…ben ik maan!

Ik kan niet zonder je…maar zeker ook niet met je.

Jij lijkt te beseffen dat ik je slechts mag begeren en waarschijnlijk nooit zal beheren.

Jij bent van een ander level, te sjiek voor een eenvoudige proleet als ik.

Ach, het contrast zou ook te groot zijn; ik als grijze muis en jij als kleurrijke pioen….

Gelukkig heb ik nog mijn dromen…..en dromen zijn gratis én voor iedereen.

Ik droom je dan ook elke nacht in mijn bassin;

Zacht dansend in de voorjaarszon gun je me weer die twinkel in je ogen.

Ondanks je wat gehandicapte lichaam ben jij de koningin van mijn vijver.

Een kruising tussen Doutzen en Lucille maar qua schoonheid in het kwadraat.

Jouw ongeziene gratie is verbluffend, uniek en imponerend tegelijk.

Rood, wit en zwart van de allerbeste lak en met een dikke laag vernis

maken jou tot de ultieme dame, mijn grootste gemis!

De dromen worden steevast ruw verstoord als de wekker gaat….

al dat moois vervlogen in de nacht én in de tijd.

AE

bottom of page